Australië: Work and travel uitgetest

Toen we een maand geleden aan Australië 2.0 begonnen, was er één ding waarvan we redelijk zeker waren: om ons jaar reizen te kunnen beëindigen, zouden we moeten werken. NZ was een topeditie, maar aan alles hangt een prijskaartje, zeker in Oceanië. En dus legden we ons bij de feiten neer, trokken onze werkschoenen aan, en trokken de stad in op zoek naar werk. Om een paar uur later te constateren dat Sydney niet de goede uitvalsbasis was. Teveel mensen, teveel reizigers en bijgevolg een te grote vraag en een te klein aanbod.

We namen afscheid van Michael, huurden een auto voor twee maanden die er veel te duur uitziet voor ons budget (maar hij is goedkoop) en trokken door naar Newcastle. Waar we dadelijk een jobke hadden in de vorm van flyers uitdelen… tegen een hongerloon. Voor 2000 flyers kregen we $140, maar met ons twee waren we gemiddeld 7 of 8 uur bezig om alles rond te brengen. En de naft werd niet vergoed. Ons uurloon is bijna te genant voor woorden, maar lag dus rond de 7 à 8 dollar, zo’n €5. Dat is niet leuk. Zeker niet als de honden al blaffend achter je aan beginnen te lopen wanneer je een flyer in iemand zijn brievenbus wilt droppen. Het dorp Cessnock was daarbij het toppunt van onvriendelijkheid.

Flyers uitdelen in CessnockFlyers uitdelen in CessnockOnze werkgevers bij wie we een aantal nachten konden verblijven

Onze werkgevers waren wel zeer fijne en gastvrije mensen en we mochten een aantal dagen in hun voortuin kamperen. We hadden fijne gesprekken en hun zoontje Kevin was echt heel schattig.

Gelukkig had Steve ook een aantal mensen nodig die hem konden helpen verhuizen. En gelukkig hadden wij die advertentie snel gezien. En gelukkig hadden er nog maar een paar mensen voor ons gebeld, en gelukkig was hij op zoek naar een koppel. Hij betaalde ons een zeer fijn loon: $25 per persoon per uur. Na 8 uur werken hadden we evenveel verdiend als met 6000 flyers ronddelen.

Steve helpen verhuizen

Na twee weken hielden we Newcastle voor bekeken en trokken we door naar het-dorpje-aan-de-zee: Bargara. We hadden een week om in Kellys Beach Resort te geraken, zo’n 1160 km. Onze deal met Kelly leek fijn in elkaar te zitten: wij kregen kost en inwoon en zij konden 4,5 uur werk van ons verwachten per dag. Maar eerst moesten we die afstand overbruggen en na een paar dagen kregen we gezelschap van een tweede Veulemans. Rob, heden ten dage graag Robotsje genoemd, werd door ons opgepikt in Byron Bay en we brachten een geschenk mee dat niemand graag krijgt: regen. In Newcastle hadden we er al volop van mogen genieten, op weg naar Bargara werd het er niet veel beter op, maar na een paar dagen leek het toch te beteren en kwamen we soms waarachtig de nacht droog door.

We bezochten onze vrienden de koala’s in het enige koalahospitaal ter wereld, we brachten de nacht door met een aantal kangoeroes naast onze tent. We zagen Nimbin, het laatste hippiedorp van Australië en sliepen daar op de camping van de grootmoeder van Ben en Rob: Granny’s Farm. Nimbin is twee straten groot, maar het is een wonderbaarlijke wereld om in rond te lopen: het uitzicht is kleurrijk, de mensen vrolijk en iedereen probeert je er wiet te verkopen. Ze doen dat in het enige steegje dat het dorp telt, terwijl de enige politie-auto tolererend voorbij rijdt. De jaren 60 in een knipoog, zo voelde het.

Koalahospitaal Port Macquarie KangoeroesByron BayNimbinOpschrift van een winkel in NimbinNimbinNimbinCamping Granny's Farm in NimbinGranny's Farm

De dag nadien gingen we naar een protestkamp dat de bewoners hebben opgezet tegen de geplande gasontginning van een aantal velden in de omgeving. Iedereen was vriendelijk, er werd ons direct gevraagd om wat hout weg te brengen en de kleuren waren weer talrijk aanwezig. Zelfs als ze protest hadden gevoerd om pakweg het eten van frieten te verbieden, hadden we denk ik meegedaan.

Protestkamp nabij Nimbin Protestkamp nabij Nimbin Protestkamp nabij Nimbin Protestkamp nabij Nimbin

We brachten een snel bezoek aan de Gold Coast, beroemd voor zijn feestjes. Een half uur lang hadden we er plezier in om een kerel aan de praat te houden die wanhopig probeerde om ons een partyticket te verkopen. Waar hij natuurlijk niet van op de hoogte was, was dat de vereiste om aan een low budget vast te houden, inhield dat feesten niet op de to-do lijst kon staan. We hebben dus niet gedaan waarvoor iedereen naar de Gold Coast komt: een feestje bouwen en je geld opdoen. In de plaats daarvan verkenden we even het strand en besloten daarna door te trekken naar de Glass House Mountains.

Surfer's ParadiseAvondeten op de parking van de supermarkt

De Glass House Mountains is een bergketen van vroegere vulkanen. We wandelden gezwind naar de top van een van de bergen en genoten van het uitzicht.

Glass House Mountains Glass House Mountains

Een tiental dagen geleden kwamen we aan in ons resort. De villa degradeerden we tot een bescheiden bungalow, de halve dagen werk bleek zeven dagen op zeven te zijn, en het werk zelf… Laat ons zeggen dat we al leukere werkjes hebben gedaan dan de vloeren van de wc’s te schrobben met een schuurspons, de bakplaten proper te maken terwijl die in geen weken gekuist waren of bladeren en dode takken in een afvalcontainer te gooien zonder handschoenen.

Oven en kookplaten kuisen in Kellys Beach Resort Met blote handen de kruiwagen uitladen Vloer schoonschrobben De andere vrijwilligers

Nu, het is een paradijselijke plek om te zijn: het strand is prachtig, de zon schijnt helder en het zwembad lacht ons elke dag toe. Het eten en de douche zijn ook luxe-items waar we van genieten. We voelen ons dan wel vaak goedkope werkkrachten, maar na onze uren zijn we dat snel weer vergeten om de dag nadien weer vol goede moed aan de slag te gaan.

Binnen enkele dagen trekken we weer door, richting Cairns, om verder te genieten van al de pracht die de Oostkust te bieden heeft. Op 19 mei vliegen we voor twee dagen naar Auckland, om van daar onze reis verder te zetten naar het tweede grote deel van onze trip: Noord- en Centraal-Amerika.

7 comments

  1. Bangelek. Rop = goeien baard man!
    inmiddels is ier de lente aant doorkomen, swel goe.

    beter best
    papa = mama

    groetjes

  2. We zijn weer heel gelukkig met jullie verhalen van de laatste weken.Spannend maar ook leerrijk. Jullie hebben al ondervonden dat je alles niet op een schoteltje krijgt aangeboden. En dat alle karweitjes niet even aangenaam zijn. Maar lossen dat goed op en blijven positief. Dat vind ik heel moedig. Doe zo voort en blijf mekaar steunen. Ga nog maar eens kamperen bij granny ! Vele groetjes en een warme knuffel. Tot gauw, lieve gasten.

    1. Granny’s Farm was echt de leukste camping waar we al hebben geslapen dus hopelijk komen we daar nog eens terug en anders slapen we als we terug in België zijn bij de enige echte granny he 🙂

    1. Haha, die foto’s doen veel he 🙂 maar tis vaak zo’n gedoe om die erop te krijgen dat het niet altijd lukt!

  3. zalige tekst, zalige foto’s. Genieten en een beetje meereizen van hier uit! En Loesje, 2 Veulemansen trotseren…er zijn al mensen voor kleinere prestaties een heldin genoemd! Een standbeeld is in de maak 🙂

    xxxxxxxxx mama

    1. Eindelijk, mijn eigen standbeeld, ik wacht er al jaren op 😉

Comments are closed.